Elke auto heeft ze, waarschuwingssymbolen. Soms om een actie van uzelf aan te duiden, soms puur informatief en soms ook omdat er een probleem is met de auto. Maar wat betekenen al deze symbolen eigenlijk?
Uit onderzoek is gebleken dat ruim 60 procent van de Nederlandse automobilisten niet weet wat de verschillende symbolen betekenen en wanneer iemand moet stoppen met rijden omdat dit onveilig is.
Let op: er zijn merk gebonden symbolen. Het kan dus voorkomen dat niet alle symbolen in dit artikel aan bod komen.
Informatieve symbolen
Allereerst behandelen we de informatieve symbolen. Symbolen die niet een acuut probleem aanduiden maar informatie geven over invloeden van buiten de auto, maar ook informatie geven over de auto zelf, zoals wanneer het weer tijd is voor onderhoud of wanneer de remblokken vervangen moeten worden.
1. Indicator die aangeeft dat de koppeling ingetrapt moet worden.
2. Indicator die aangeeft dat het rempedaal ingetrapt moet worden.
3. De bandenspanning is laag, tijd om de banden te voorzien van extra lucht!
4. De buitentemperatuur is onder de 4 graden gezakt.
5. Dit symbool geeft aan dat de dieselmotor aan het voorgloeien is. Voorgloeien is eigenlijk het voorverwarmen van de dieselmotor. Bij nieuwere dieselauto's is dit vaak niet meer nodig.
6. De auto is toe aan een servicebeurt.
7. De ruitenwisservloeistof is bijna op, tijd om deze bij te (laten) vullen!
8. Het start-stop systeem is in- of uitgeschakeld.
9. De remblokken zijn versleten, probeer deze zo snel mogelijk te laten vervangen.
Verlichtingssymbolen
Er zijn een aantal symbolen die iets zeggen over de verlichting die is ingeschakeld of defect is. Lees ook ons artikel over welke verlichting verplicht is.
1. Stadslichten ingeschakeld
2. Dimlicht ingeschakeld
3. Weergave wanneer verlichting is ingeschakeld
4. Defecte lamp
5. Grootlicht ingeschakeld
6. Mistlampen voor ingeschakeld
7. Mistlamp achter ingeschakeld
8. Knipperlicht(en) aan
Symbolen die een defect aangeven
Symbolen die een (mogelijk) defect aangeven zijn niet leuk maar wel heel belangrijk. De lampjes hebben meestal een oranje of rode kleur. Is het lampje oranje? Dit geeft aan dat de auto zo snel mogelijk nagekeken moet worden. Is het lampje rood? In dit geval moet er direct actie worden ondernomen. Probeer de auto veilig weg te zetten en bel de wegenwacht of autogarage.
1. Storing in de stuurbekrachtiging
Rood lampje: de stuurbekrachtiging is volledig uitgevallen en voor het besturen van de auto is aanmerkelijk meer kracht nodig. Stop de auto, schakel het contact uit en start de motor opnieuw. Blijft het lampje branden? Rij dan niet verder en schakel hulp in. Oranje lampje: de stuurbekrachtiging is gedeeltelijk uitgevallen en voor het besturen van de auto kan meer kracht nodig zijn. U kunt voorzichtig doorrijden maar dient wel hulp in te roepen van een specialist.
2. Water in brandstoffilter oranje
Het brandstoffilter met waterafscheider filtert vuil en water uit de brandstof. Indien in de afscheider teveel water aanwezig is gaat dit lampje branden. Er kan voorzichtig worden doorgereden, roep hulp in van een specialist.
3. Problemen met het roetfilter (DPF) oranje
Het roetfilter filtert en verbrandt roetdeeltjes uit het uitlaatgas. Als dit lampje brandt, dan is het filter verzadigd met roet. Zolang dit lampje brandt, moet u rekening houden met een hoger brandstofverbruik en eventueel ook verminderd motorvermogen. Er kan voorzichtig worden doorgereden, roep hulp in van een specialist.
4. Dynamo- of accu problemen
Als dit lampje brandt, dan wordt de accu niet geladen. Omdat tijdens het rijden de accu wordt ontladen, dienen alle niet beslist noodzakelijke elektrische verbruikers te worden uitgeschakeld. Er kan voorzichtig worden doorgereden, roep hulp in van een specialist.
5. Problemen met het koelsysteem
Stop de auto, zet de motor af en laat deze afkoelen. Controleer vervolgens het koolvloeistofpeil en vul zo nodig bij. Blijft het lampje branden, roep hulp in van een specialist.
Branden zowel de lampjes 4 en 5? Rijd dan niet verder om motorschade te voorkomen.
6. Probleem met remsysteem
Het remvloeistofpeil in het remsysteem is te laag. Stop de auto, zet de motor af en controleer het remvloeistofpeil.
7. Probleem met het ABS
Er is een ABS-storing. Voor het afremmen van de auto wordt alleen nog het gewone remsysteem zonder het ABS gebruikt. Er kan voorzichtig worden doorgereden, roep hulp in van een specialist.
Als zowel de lampjes 6 en 7 branden, rijd dan niet verder en roep de hulp in van een specialist. Deze storing kan zorgen voor een langere remweg waardoor er een grotere kans is op ongevallen.
8. Problemen met automatische versnellingsbak
Rood lampje: de versnellingsbak is oververhit. Rijd niet verder maar stop de auto en zet de motor af. Oranje lampje: de versnellingsbak is oververhit, er kan voorzichtig verder worden gereden. Roep de hulp in van een specialist.
9. Problemen met vering/demping/onderstel
Er is sprake van een DCC-storing. Er kan voorzichtig verder worden gereden. Roep de hulp in van een specialist.
10. Lage motoroliedruk
De motoroliedruk is te laag. Stop de auto, zet de motor af en controleer het motoroliepeil. Als het controlelampje knippert, niet verder rijden, ook als het oliepeil in orde is! De motor ook niet stationair laten draaien. Roep de hulp in van een specialist.
11. Probleem met de motor
Er is een storing in het uitlaatgascontrolesysteem. Er kan een merkbaar vermogensverlies ontstaan. Er kan voorzichtig worden doorgereden, roep hulp in van een specialist.
12. Probleem met motorelektronica
Er is een storing in de motorregeling. Er kan een merkbaar vermogensverlies ontstaan. Er kan voorzichtig worden doorgereden, roep hulp in van een specialist.
Symbolen die een wel of niet genomen actie aanduiden
Deze symbolen bevestigen als het ware een bepaalde actie die de bestuurder uitvoert óf dienen als herinnering voor een niet genomen actie, zoals wanneer iemand zijn/haar gordel vergeet aan te doen.
1. Cruise control is geactiveerd
2. Handrem is ingeschakeld
3. Airbag uitgeschakeld
4. Stoelverwarming rechts
5. Stoelverwarming links
6. Voorruitverwarming ingeschakeld
7. Achterruitverarming ingeschakeld
8. Gordelwaarschuwing achter
9. Gordelwaarschuwing voor
10. Snelheidsbegrenzer actief